Inleiding
In april 2025 kwam het ACL met zijn vierde tweejaarbericht. In zijn voorwoord merkt voorzitter Peter Lemaire op dat het belangrijk is om de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf “EVRM-proof” te houden. Daarbij wijst hij op de zeven bij het EHRM aanhangige art. 3-klachtprocedures tegen Nederland en de conclusie van A-G Taru Spronken van 8 april jongstleden, waarin de AG aan de Hoge Raad voorstelt zich negatief uit te spreken over de huidige procedure. “Het huidige herbeoordelingsmechanisme en de uitvoering daarvan liggen met andere woorden nog onder de loep”, aldus Lemaire.
Misverstand
Het ACL voelt zich in deze vierde rapportage genoodzaakt in te gaan op de recente keuzes van OM en rechter tussen het opleggen van een levenslange gevangenisstraf of een lange gevangenisstraf gevolgd door TBS. Uit de berichtgeving daarover komt naar voren dat de gedachte heerst dat de herbeoordelingsprocedure eraan bij zou dragen dat levenslanggestraften onbehandeld vrijkomen. Het ACL benadrukt daarom nogmaals dat het gevaar dat van de betrokkene uitgaat een belangrijke maatstaf is bij de beoordeling van toelating tot de re-integratiefase en de gratieverlening. Dat een levenslanggestrafte onbehandeld vrijkomt terwijl er nog gevaar van hem uitgaat, zoals bijvoorbeeld het OM suggereerde in de zaak Gino, zal niet gebeuren. Het ACL haalt het vonnis van de rechtbank Rotterdam in de zaak van de Erasmusschutter aan als voorbeeld van een juiste opvatting over de herbeoordelingsprocedure (r.o. 7.4.2, laatste alinea):
“Voor zover in het kader van de aan de verdachte op te leggen levenslange gevangenisstraf op termijn mogelijkheden worden gezien voor een stapsgewijze resocialisatie, kunnen de bevindingen bij het huidige en bij het toekomstige PBC-onderzoek (alsnog) aanleiding zijn voor (verdere) behandeling, al dan niet met overplaatsing naar een tbs-kliniek (artikel 6.2.8 Sv). De ambtshalve gratieprocedure bij levenslanggestraften kent, aldus belangrijke waarborgen om te voorkomen dat een veroordeelde zonder noodzakelijke behandeling en zonder bewerking van relevante risicofactoren kan terugkeren in de samenleving. In zoverre zal ook bij de levenslange gevangenisstraf, net als bij de tbs-maatregel, het vizier voor de verdachte op enig moment weer gericht worden op het onderzoeken van mogelijkheden tot een terugkeer in de maatschappij, zoals ook door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt verlangd. De rechtbank ziet in het kader van dit vonnis thans geen aanleiding en geen aanknopingspunten om vooruit te lopen op de mogelijkheid van een dergelijk traject.”
Inhoud rapport
In dit vierde rapport zet het ACL nog eens de procedure van herbeoordeling uiteen en wat daarin zijn aandeel is, te weten advies aan de bewindspersoon (momenteel is dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mw. Coenradie).
Het rapport biedt voorts een overzicht van het aantal zaken dat het onder zijn hoede heeft. Dit aantal wordt steeds groter omdat het ACL betrokken blijft bij alle zaken die eenmaal ter advisering zijn aangeboden zolang geen gratie is verleend. Zo zal, als de bewindspersoon na 28 jaar geen gratie verleent, het ACL na 2 jaar weer opnieuw adviseren.
Gelet op het toenemend aantal casus, de geheimhoudingsplicht en het recht op privacy van de betrokken levenslanggestraften, kiest het ACL ervoor, net zoals in het rapport uit 2023, maar anders dan in de eerste twee rapporten, geen individuele casus te bespreken maar alleen aantallen te noemen.
Zaken en werklast
Sinds de oprichting in 2017 zijn bij het ACL veertien adviesaanvragen binnengekomen. Over acht levenslanggestraften heeft het Adviescollege inmiddels een eerste advies uitgebracht. In vier daarvan heeft het ACL positief geadviseerd, d.w.z. om de betrokkene toe te laten tot de re-integratiefase. Momenteel heeft het ACL dus nog zes zaken voor een eerste advies in behandeling.
Het ACL constateert op grond van het feit dat zeker niet alle levenslanggestraften toegelaten worden tot de re-integratiefase en er tot op heden onder de herbeoordelingsprocedure slechts aan één levenslanggestrafte gratie is verleend, de werklast van het ACL almaar groter wordt. Daarnaast valt uit het tweejaarbericht op te maken dat de – overigens goede – samenwerking met alle ketenpartners veel tijd vergt. Het ACL heeft door dit vele werk zijn werkwijze moeten aanpassen. Dat blijkt onder andere uit de door het ACL gekozen termijnen voor vervolgadvies.
Termijnen
Als uitgangspunt voor het uitbrengen van vervolgadviezen hanteert het ACL in het vervolg de volgende termijnen:
- bij een positief advies, één jaar;
- bij een negatief advies, twee jaar.
Plaatsing in een FPC
Zoals het ACL eerder aangaf ontbreekt het aan juridische mogelijkheden om de resocialisatie en de re-integratie, met inbegrip van verschillende verlofmodaliteiten, de juiste invulling te geven. Het ACL is dan ook blij dat het in drie gevallen mogelijk is gebleken om een levenslanggestrafte op te laten nemen in een FPC. Drie personen zijn in de afgelopen tijd in een FPC geplaatst, twee ten behoeve van re-integratie en één voor behandeling. De plaatsing ter behandeling is inmiddels door de bewindspersoon beëindigd. Het rapport vermeldt niet wat daarvan de reden is.[1]
Om ‘samenloop’ tussen het Adviescollege Verloftoetsing Tbs (Avt) en het ACL te voorkomen, is na overleg met het Ministerie van Justitie en het Avt besloten dat in deze situatie het ACL in beginsel wel vervolgadviezen uitbrengt maar slechts totdat de bewindspersoon een positieve verlofbeslissing heeft genomen.
Verbetering tenuitvoerlegging
In het rapport herinnert het ACL aan de voorgestelde verbeterpunten in zijn advies van juni 2023. Die betreffen in het bijzonder:
- de beperkte verlof en re-integratiemogelijkheden vanuit de detentiesetting, en
- de informatiepositie van slachtoffers en nabestaanden, alsmede,
- de kwaliteit van het penitentiair dossier.
Het ACL spreekt de hoop uit dat hiervoor ‘voldoende oog’ is en dat wordt ‘toegewerkt naar passende oplossingen’. Dit alles met het oog op het perspectief op resocialisatie en een humane tenuitvoerlegging van de straf.
Studiereis Oostenrijk
Ten slotte is vermeldenswaard dat het ACL een studiereis heeft ondernomen naar Oostenrijk om daar kennis te nemen van het systeem van herbeoordeling van levenslanggestraften, dat aldaar bestaat uit een rechterlijke beslissing over voorwaardelijke invrijheidstelling.
Opmerking Forum
Het Forum Levenslang hoopt dat de expertise op het gebied van de levenslange gevangenisstraf en de focus op een humane tenuitvoerlegging behouden blijft. Daarbij deelt het Forum de notie dat het wetsvoorstel alternatieve herbeoordeling levenslange gevangenisstraf een goede ontwikkeling is, maar dat het tegelijkertijd belangrijk is de hiervoor genoemde heikele punten in de huidige regeling onder ogen te zien en op te lossen.
In het Nederland Juristenblad van januari 2024 noemde het Forum de volgende noodzakelijke verbeterpunten, die zonder wetswijziging en wel per direct, zouden kunnen worden doorgevoerd, te weten:
- dat de verantwoordelijke bewindspersoon het advies van de strafrechter in de gratieprocedure – zonder uitstel – volgt;
- dat hij hetzelfde doet ten aanzien van de door het ACL uitgebrachte adviezen in de fase tot aan de ambtshalve gratieprocedure, en eventueel ook die daarna;
- dat de bewindspersoon door middel van een uitbreiding van het Ketenwerkproces Levenslanggestraften in de fase van de gratieprocedure (zowel de ambtshalve als eventuele volgende) termijnen stelt aan de beslissingen van de verantwoordelijke bewindspersoon en de desbetreffende ketenpartners; en
- dat de bewindspersoon met de magistratuur termijnen afspreekt voor de adviezen die het OM en de strafrechter in de gratieprocedure van levenslanggestraften uit moeten brengen;
- dat de bewindspersoon ook het horen van de betrokkene in het Ketenwerkproces verankert;
- dat de bewindspersoon de oorspronkelijke ambtshalve gratieprocedure, bedoeld in artikel 19 Gratiewet – waar dat toepasselijk is – weer in gebruik neemt.
Deze punten heeft ook de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad in haar conclusie van 8 april jl. ter ‘inspiratie’ aan de Hoge Raad voorgehouden.
C.F.C. van Lookeren Campagne en W.F. van Hattum, 14 mei 2025
[1] De terugplaatsing is niet gemotiveerd, behalve met de mededeling dat de bewindspersoon een ander beleid voert dan haar voorganger. Info van advocaat mr. S. de Crom.