De zaak Murray/the Netherlands
In deze zaak – uit 2016 – heeft het EHRM Nederland veroordeeld wegens schending van het verbod op een inhumane behandeling, omdat aan de zwakbegaafde Murray, die tot levenslange gevangenisstraf was veroordeeld en leed aan een psychische ziekte, gedurende zijn jarenlange detentie nooit een adequaat behandelaanbod was gedaan. Door het ontbreken van elke behandeling had hij geen uitzicht om ooit in vrijheid te worden gesteld.
Om soortgelijke schendingen te voorkomen moest Nederland maatregelen nemen om ervoor te zorgen ‘dat gedetineerden die een levenslange gevangenisstraf uitzitten en die lijden aan een geestelijke handicap en/of geestelijke gezondheidsproblemen, onder zodanige omstandigheden worden vastgehouden en een zodanig behandelingsaanbod krijgen, dat zij een realistische kans krijgen om zichzelf te verbeteren om de hoop te kunnen hebben op vrijlating’.
Start van een verscherpte of wel ‘enhanced’ procedure
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa (CM) houdt toezicht op de naleving van de uitspraak. Om dit toezicht goed te kunnen uitoefenen moet Nederland elke twee jaar een plan presenteren, waarin de regering toelicht hoe zij de door het EHRM geconstateerde gebreken gaat verbeteren, het zgn. Action Plan. Uit dit Action Plan moet blijken welke vorderingen er zijn gemaakt ter naleving van de uitspraak. Het Comité van Ministers constateerde in juni van dit jaar echter dat er na acht jaar nog steeds geen vorderingen zijn gemaakt; dat er wel wordt gesproken over voornemens, maar dat er geen enkel resultaat is getoond. Daarom heeft het Comité besloten om Nederland nu onder verscherpt toezicht te stellen. Dat gebeurt door de start van de zogenaamde ‘enhanced procedure’. Dat is de procedure die wordt gebruikt om – in de woorden van het Comité – belangrijke structurele problemen aan het licht te brengen. Zie hier de link naar de beslissing (en zie over het verloop van de procedure onze eerdere nieuwsberichten, d.d. 13 november 2019, 25 mei 2022, 16 oktober 2023).
De betrokkenheid van het Forum Levenslang
Het Forum Levenslang heeft samen met het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten (NJCM) – en aanvankelijk ook met het Nederlands Helsinki Comité – steeds voor de toepassing van deze ‘enhanced’ procedure gepleit. Nu komt het er dan van. Dat is een geweldig resultaat. Met name is deze uitkomst goed voor de gedetineerden in de Koninkrijkslanden. Voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten betekent het dat er nu werkelijk iets aan gevangenenzorg, in het bijzonder aan het aanbod van behandeling moet gaan gebeuren, met name voor degenen die dat voor hun perspectief op invrijheidstelling nodig hebben. Omdat in het Action Plan van de regering steeds gesproken is over voornemens om op de eilanden een TBS-systeem op te zetten, wil het Comité van Ministers nu bovendien weten hoe het daarmee staat en of levenslanggestraften daar profijt van zullen hebben. Het Comité spoort de regering hierbij aan tot spoed. Het dringt er namelijk op aan dat Nederland tegen het einde van dit jaar nog een alomvattend Action Plan indient, met de verdere geplande maatregelen, en een geschat tijdschema.
Voor de levenslanggestraften op de eilanden zullen met andere woorden op de korte termijn tastbare maatregelen voor een betere detentie moeten worden genomen. (NB Inmiddels zijn vijf van hen overgebracht naar Nederland; hierdoor zou de gedachte kunnen postvatten dat ‘overbrenging naar het vasteland’ de oplossing is; dit is echter niet de oplossing die de regering aan het Comité van Ministers heeft voorgehouden).
Wat betekent deze beslissing voor het Europese deel van Nederland?
Helaas beperkt het Comité zijn onderzoek tot de situatie op de eilanden, terwijl volgens het Forum en de andere NGO’s de uitspraak van het EHRM ook op het Europese deel van het Koninkrijk betrekking heeft. De eis van voldoende aanbod van behandeling geldt immers voor alle levenslange straffen en een onderzoek naar de Nederlandse situatie is aan de orde, gelet op het feit dat de nulmeting veel te laat plaats heeft, en bijvoorbeeld de beslissing over behandeling nu pas na 25 jaar wordt genomen. Het blijft daarom noodzakelijk ook dit aspect van de levenslange straf – het aanbod van behandeling die uitzicht kan bieden op vrijlating – onder de aandacht van het EHRM te (blijven) brengen.
W. F. van Hattum, 15 juni 2024