De belangrijkste vraag die de rechter moet beoordelen is of het gevaar dat een veroordeelde voor de maatschappij oplevert, geweken is. Daarover kan hij zich laten voorlichten door gedragsdeskundigen (zoals een psychiater of een psycholoog) die elke vijf jaar een screening verrichten (zie de vragen hierna). Verder kan de rechter rekening houden met de nabestaanden en/of slachtoffers door het stellen van voorwaarden, zoals de voorwaarde dat de veroordeelde geen contact opneemt met de nabestaanden en/ of slachtoffers of zich niet in hun buurt vestigt.
Indien betrokkene is beoordeeld door het Adviescollege Levenslanggestraften, vormt het advies van dat college de belangrijkste bron van informatie voor de strafrechter.
Het is en blijft echter van groot belang dat de ontwikkeling van de veroordeelde vanaf het begin van de detentie wordt gevolgd en vastgelegd. Zie daarover vragen 69 e.v.