Bij het voorwaardelijk in vrijheid stellen van een levenslanggestrafte is de levenslange gevangenisstraf eerst omgezet in een tijdelijke straf. De levenslange gevangenisstraf is dus veranderd in een tijdelijke straf. Als de veroordeelde de voorwaarden overtreedt, moet hij het restant van de tijdelijke straf alsnog ondergaan. Bij het voorwaardelijk verlenen van gratie wordt de tenuitvoerlegging van de levenslange straf voorwaardelijk beëindigd en blijft de levenslange gevangenisstraf in stand. Dit betekent dat wanneer de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden voor het verlenen van gratie houdt, de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf kan worden hervat en de veroordeelde dus weer voor onbepaalde duur kan worden opgesloten.