Op dit moment worden aan levenslanggestraften geen activiteiten aangeboden die gericht zijn op terugkeer in de samenleving, ook niet als ze al meer dan 25 jaar in detentie verblijven. Met het aanbieden van die activiteiten moet nu een begin worden gemaakt. Dat dient immers ruim binnen die 25 jaar te gebeuren, want na 25 jaar moet de vraag kunnen worden beantwoord: ‘of zich zodanige veranderingen aan de zijde van de veroordeelde hebben voltrokken en zodanige vooruitgang is geboekt in zijn of haar resocialisatie, dat verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf niet langer is gerechtvaardigd’ (de Vinter-toets). Levenslanggestraften moeten dus worden behandeld als gedetineerden die op den duur kunnen terugkeren in de vrije samenleving (tenzij ze nog als gevaarlijk worden beschouwd).
Home > FAQ > Op welke punten precies staat het huidige Nederlandse ‘levenslangbeleid’ op gespannen voet met de uitspraken van het EHRM?