Volgens de makers van de Gratiewet is het advies van de strafrechter leidend, dat wil zeggen, dat zijn advies ‘van zeer groot gewicht is’. Het is niet de bedoeling dat de minister een door de rechter opgelegde straf eenvoudig opzij schuift, dat hij zijn eigen oordeel in de plaats stelt van dat van de rechter. In de oude gratiepraktijk voor levenslanggestraften volgde de minister dan ook bijna altijd het advies van de rechter. De laatste jaren is dat niet meer zo; de minister of de staatssecretaris heeft de laatste jaren het advies van het Openbaar Ministerie zwaarder laten wegen. De Hoge Raad heeft nu echter (nogmaals) geoordeeld dat het advies van de rechter gevolgd zou moeten worden, tenzij sprake is van ‘bijzondere omstandigheden’. ‘Bijzondere omstandigheden’ zijn niet: ‘een andere weging van de feiten door de minister’. Zie het arrest van het Hof Den Haag van 19 januari 2021.