Wanneer een Staat verdragspartij wordt bij het Europees verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), bindt die Staat zich aan dat verdrag; hij wordt ‘lidstaat’. Dat betekent dat die lidstaat de regels van het verdrag niet mag overtreden. In artikel 46 van het EVRM staat dat de uitspraken van het EHRM bindend zijn voor de verdragspartijen die partij zijn bij een zaak die door het EHRM is behandeld. Alle landen die verdragspartij (lidstaat) zijn, moeten zich dus aan de uitspraken van het EHRM houden. In dit geval waren de uitspraken ook nog van de Grote Kamer van het EHRM. Die Grote Kamer heeft meer gezag dan de gewone kamer.