Het Wetboek van Strafrecht (Sr) stelt een levenslange straf op bepaalde misdrijven tegen de veiligheid van de staat (artt. 92 t/m 95a, 97 en 97a, 98a, 102) tegen de koninklijke waardigheid (artt. 108, 114a, 115, 117, 120a), betreffende de uitoefening van staatsplichten en staatsrechten (art. 121), tegen de openbare orde (art. 140a), misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht (artt. 157, 161quater, 164, 166, 168, 170, 174, 176a), misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid (artt. 273f, 282a, 282b), tegen het leven gericht (artt. 288, 288a, 289), mishandeling (art. 304a), en bepaalde scheepvaart- en luchtvaartmisdrijven (art. 385a, en indien begaan met terroristisch oogmerk, art. 415).
Voorts worden alle delicten in de Wet Internationale Misdrijven (WIM) met een levenslange gevangenisstraf bedreigd (denk aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, schending van de wetten en gebruiken van de oorlog).