Op papier is dat de Kroon (dat is de Koning met instemming van de minister). Feitelijk is de minister verantwoordelijk en neemt hij de beslissing. Bij lange straffen is de minister verplicht advies te vragen aan het openbaar ministerie en aan de rechter die de straf destijds heeft opgelegd. Als de minister gratie wil verlenen, doet hij daartoe een voorstel aan de Koning. Wil de minister geen gratie verlenen dan stelt hij de Koning voor het verzoek af te wijzen. De Koning volgt het voorstel van de minister altijd.