Tijdens de volgprocedure kan gekeken worden hoe iemand zich in de loop der tijd gaat verhouden tot zijn delict. Dit houdt in dat beoordeeld wordt of een gedetineerde zich realiseert, dat hij het delict heeft gepleegd en hij daarbij slachtoffers heeft gemaakt. Ook kan worden onderzocht hoe hij zich opstelt en wil gedragen tegenover die slachtoffers, hoe zwaar de gevangenisstraf voor hem is en in welke mate hij daar psychisch en/of lichamelijk onder lijdt. Deze gegevens zijn van groot belang voor de rechter op het moment dat hij moet oordelen over een verzoek om voorwaardelijke invrijheidstelling.