Het EHRM heeft hierover gezegd dat een proportionele (juiste/geschikte) termijn voor boetedoening in Europa gemiddeld 25 jaar is. Na 25 jaar zou een levenslanggestrafte vanuit vergeldingsoogpunt dus lang genoeg zijn gestraft. Uiterlijk vanaf dat moment moet worden gekeken of nog andere redenen bestaan om de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf voort te zetten: uiterlijk na deze termijn moet dus een toets van de noodzaak tot verdere tenuitvoerlegging van de straf plaatsvinden. 25 jaar is echter aan de zeer voorzichtige kant. Wiene van Hattum heeft berekend dat de gemiddelde termijn in Europa waarbinnen een toetsing plaatsvindt nog geen 20 jaar is. Klik hier voor het desbetreffende artikel (p. 1960 bovenaan).