Artikel 10 van het Wetboek van Strafrecht zegt dat in Nederland een gevangenisstraf ‘levenslang of tijdelijk’ is. De maximale tijdelijke gevangenisstraf is dertig jaar. Op slechts enkele delicten staat een levenslange gevangenisstraf (zie vraag 17). In die gevallen kan de rechter ook altijd kiezen voor een tijdelijke gevangenisstraf tot het maximum van dertig jaar. De keuze tussen een tijdelijke of een levenslange gevangenisstraf is dus aan de rechter. Als sprake is van een stoornis die al dan niet van invloed was op het plegen van het delict, en voor het overige wordt ook aan de wettelijke vereisten voldaan, kan de rechter een tbs opleggen naast een tijdelijke gevangenisstraf.