Op 5 oktober 2022 besprak minister Weerwind met de vaste Commissie van Justitie en Veiligheid zijn voornemen om de ‘herbeoordeling levenslange gevangenisstraf’ bij de rechter neer te leggen.
Wat vooraf ging
Die ochtend stond in het AD een interview met de minister, waarin hij onder meer zei dat men maar aan het idee moest wennen dat levenslanggestraften zouden terugkeren in de samenleving en dat de stelling dat nabestaanden ‘ook levenslang’ hebben ‘een mening’ is.
Dit was bij Eerdmans (PVV), Knops (CDA) en Ellian (VVD) in het verkeerde keelgat geschoten. Het leidde tot een ongepaste tweet van Ellian, een fikse aanvaring tijdens het debat tussen Sneller en hem en uiteindelijk in een gezamenlijke kop koffie en het terugtrekken van zijn woorden door Ellian.
Inhoud van het debat
In het debat dat volgde bleek dat er vooral ongerustheid bestond over de positie van nabestaanden en slachtoffers, met name ook van de nabestaanden van zeer oude misdrijven. Zij hebben destijds geen spreekrecht kunnen uitoefenen omdat het niet bestond, en mogelijk ook geen schadevergoeding kunnen vragen omdat zij er niet van op de hoogte waren.
Men was voorts ontzet over de weinig invoelende manier waarop nabestaanden door het CJIB werden benaderd (per brief, met stortingen ter betaling van schadevergoeding als 14 cent per week). Dit waren voorbeelden gehoord op de Dag herdenken geweldsslachtoffers op zaterdag 1 oktober (waar overigens ook de minister bij aanwezig was).
Tijdens het Commissie-overleg werd geen duidelijk tegengeluid gehoord tegen het voorstel om de herbeoordeling bij de minister weg te halen en bij de rechter onder te brengen. De minister kan zijn plan dus verder gaan uitwerken.
Hij zegde toe om alle aangedragen punten mee te nemen in een degelijke wettelijke regeling. Daartoe worden diverse expertsessies gehouden, ook met slachtoffers. Ook het Forum Levenslang neemt deel aan enkele sessies (in oktober en november).
Fact-check recidive
Kamerlid Sneller vroeg de minister te reageren op onze stelling in Trouw (gepubliceerd op 4 oktober) dat (voor zover ons bekend) nooit een levenslanggestrafte heeft gerecidiveerd nadat hem gratie was verleend (terwijl in het verleden bijna altijd gratie werd verleend). De minister antwoordde dat hij niet over andere gegevens beschikte en beaamde daarmee dus onze stelling dat van recidive geen sprake hoeft te zijn bij een op maat gesneden aanpak van de tenuitvoerlegging.
W.F. van Hattum, 5 oktober 2022