Vandaag, 13 januari 2021, bijt C., die nu ruim 33 jaar is gedetineerd, opnieuw in het stof. De minister weigerde hem jarenlang de mogelijkheid om te re-integreren. Dankzij de vele procedures die zijn advocaat voor hem tegen de Staat heeft gevoerd, is C. nu al enige tijd zover dat de strafrechter vindt dat de straf beëindigd zou moeten worden. De minister wil dat niet doen, maar de burgerlijke rechter die gevraagd werd die beslissing van de minister te beoordelen, vindt dat de redenen die de minister aanvoert, niet voldoende zijn.
Tóch verleent de minister geen gratie en wil de rechter op dit moment de minister ook niet opdragen de tenuitvoerlegging te beëindigen. C. moet zelf maar weer stappen zetten.
In het vonnis van vandaag zegt de rechter namelijk dat als C. weer opnieuw een gratieverzoek indient, dit verzoek ‘allerminst kansloos’ is. Daarin zit volgens de rechter voldoende perspectief. Zie hier het vonnis (rechtsoverweging 4.5).
Maar hoe groot is die kans op gratie dan precies? En hoe lang zal de nieuwe gratieprocedure weer duren?
Het Forum Levenslang vraagt zich af waarom de minister niet zelf gratie verleent als er volgens de rechter geen gronden meer zijn voor voortzetting van de tenuitvoerlegging, en waarom het volgens de rechter op de weg van C. ligt om zijn recht op perspectief opnieuw aan te kaarten.
De hele gang van zaken – het zoveel jaren tegenhouden van de re-integratie, de onduidelijke voorwaarden en het aanvoeren van steeds nieuwe argumenten om gratie te weigeren (zie daarover het arrest van het hof van 17 november 2020 onder 1) – roept de vraag op of dit nu het mechanisme is dat het EHRM voorschrijft, te weten:
‘a dedicated mechanism guaranteeing a review no later than twenty-five years after the imposition of a life sentence; based on rules having a sufficient degree of clarity and certainty, based on objective, pre-established criteria and surrounded by sufficient procedural guarantees’ (EHRM (GK) 26 april 2016, Murray/the Netherlands, par. 99, 100)
Ofwel:
een speciaal daarvoor ingerichte procedure die uitzicht biedt op een herbeoordeling na niet meer dan 25 jaar na de oplegging van de straf, welke procedure is gebaseerd op regels die voldoende helder en zeker zijn, en waarin objectieve, van tevoren vastgestelde criteria worden toegepast, en die is omringd met voldoende procedurele waarborgen.
Het Forum Levenslang vindt dat het huidige stelsel van herbeoordeling niet aan deze omschrijving voldoet.