Bij de behandeling van de Begroting Veiligheid en Justitie, op de vergadering op 26 november 2015, sprak Staatssecretaris Dijkhoff reeds over zijn plannen de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf ‘Straatsburgproof’ te maken. De relevante passages zijn te uwer informatie hieronder opgenomen (p. 14 en 15):
Staatssecretaris Dijkhoff:
(…)
Er is nog één onderwerp dat niet met migratie te maken heeft en dat is de vraag van de heer Bontes over levenslang. Is levenslang nu levenslang of moet er uitzicht zijn? Het probleem is dat het Hof in Straatsburg heeft uitgesproken dat levenslang alleen maar mag bestaan als er nog enig uitzicht is. Dat hebben we in Nederland ook en dat heet gratie. Laat ik, los van discussies over de vraag of een woord een woord is, vooral zeggen dat het mijn doel is om mensen die gruwelijke misdrijven begaan zo lang mogelijk vast te zetten. Het middel daartoe moet je wel aanpassen als je bijvoorbeeld de zaak van afgelopen week ziet. De rechters hebben gezegd dat zij geen levenslang meer opleggen als het beleid rondom levenslang en gratie niet wordt aangepast. Op papier is het Nederlandse levenslangbeleid heel hard, maar het wordt nooit toegepast. Per saldo zitten degenen die levenslang hadden kunnen hebben met een tijdelijke straf korter vast dan ik zou willen. Daarom heb ik de Kamer ook gezegd dat ik het doel, namelijk om mensen zo lang mogelijk vast te houden, in de praktijk verwezenlijkt wil zien. Ik ga kijken of er een mogelijkheid is om niet af te doen aan levenslang, maar om toch rekening te houden met de werkelijkheid. Ik wil ervoor zorgen dat levenslang niet alleen op papier zorgt voor het zo lang mogelijk vastzetten van mensen, maar ook wordt opgelegd door de rechter, zodat het ook daadwerkelijk gebeurt.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Inderdaad, het zo lang mogelijk opsluiten van daders van gruwelijke misdrijven moet inderdaad de doelstelling zijn. Dat zijn we met elkaar eens. Toch lopen we nu het risico — zoals gisteren is gebeurd — dat twee moordenaars die drie gruwelijke moorden hebben gepleegd, wegkomen met 30 jaar. Weliswaar zit er tbs bij en ook voorwaardelijke invrijheidsstelling, maar de nabestaanden van de slachtoffers hebben wel levenslang gekregen. Ik maak mij daar echt zorgen over. We moeten alles op alles zetten om dat tegen te houden. Is de rechter hier niet op de stoel van de politiek gaan zitten? Hij zegt dat de regels te beperkt zijn en dat hij ze daarom maar oprekt.
Staatssecretaris Dijkhoff:
De rechter bepaalt welke straf hij oplegt. Die was 30 jaar. Met de maatregelen die de heer Bontes noemt, heeft de rechter een inkijkje gegeven in de motivering. Dat heeft hij ook niet uit zichzelf gedaan, want er liggen ook uitspraken en arresten van het Europese Hof onder. Hij doet dit, omdat levenslang zoals het nu is, het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens zou schenden. Dat kun je ook dienstverlening noemen, maar rechter is daarmee niet op de stoel van de politiek gaan zitten, omdat de uitspraak van de strafoplegging nu eenmaal aan de hem is voorbehouden. Hij heeft daarbij enig ongemak geuit dat levenslang wellicht ook een optie voor hem was geweest om op te leggen, ware het niet dat de huidige vormgeving van levenslang een mensenrechtelijk probleem oplevert.
De voorzitter:
Mijnheer Bontes, een korte vervolgvraag.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Dit wordt zo een lastig probleem, want die rechter kan natuurlijk wel levenslang uitspreken, maar hij doet dat niet omdat de regelgeving met betrekking tot gratie daarvoor kennelijk niet toereikend is. Daarmee geeft de rechter dus een interpretatie aan regels die er nog niet zijn. Ik vind dat eigenlijk de wereld op zijn kop.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Die regels zijn er. Laat ik het eenvoudig zo zeggen. Je maakt zo’n regeling, waarin je levenslang en gratie hebt. Gratie zoals wij die hebben vormgegeven, komt uiteindelijk bij de bewindspersoon uit. De eerste 30 jaar merk je daar niks van. Dan kan het systeem gewoon zijn gang zijn, want de eerste 30 jaar heb je geen gratiegevallen. Eerst moet iemand levenslang opgelegd krijgen, die dan eerst nog eens lang genoeg moet zitten opdat de rechter kan beoordelen of gratie werkt. Daarvan zegt de rechter in de praktijk: er wordt nooit gratie verleend. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik nog niet een zaak voor me heb gezien waarvan ik dacht: die is eigenlijk best aardig en zo erg was het niet wat hij heeft gedaan. Die persoon heeft niet voor niets levenslang. Dus zegt de rechter en zegt het Europese Hof op een gegeven moment: levenslang als straf mag, maar er moet altijd enig perspectief zijn, meer dan een theoretisch perspectief waarvan we zien dat het nooit wordt gebruikt. Ik zou het ook niet erg hebben gevonden als die uitspraak niet was gedaan; daar ben ik eerlijk in. Maar goed, de rechtsstaat werkt, we hebben een constante feed back en de rechter zei gisteren — los van de vraag hoe definitief dat is, maar het is een signaal — het volgende: als u levenslang blijft organiseren zoals het is, leidt dat ertoe dat mensen in de praktijk geen levenslang opgelegd krijgen maar een tijdelijke gevangenisstraf. Dat vind ik dan een zorgwekkend signaal.
Ik wil zo veel mogelijk behouden dat levenslang een instrument is, niet alleen een dode letter in het wetboek maar een instrument dat wordt gebruikt door rechters om mensen die zware misdrijven hebben begaan zo lang mogelijk vast te houden. Als het nodig is dat ik binnen het redelijke een voorstel aan de Kamer doe om het systeem dat wij hebben Straatsburgproof te maken, zodat levenslang wordt opgelegd en daarmee mensen heel lang vastzitten, dan zal ik dat voorstel aan de Kamer doen. Ik ben nu aan het bekijken of die mogelijkheden er zijn.
De heer Van Oosten (VVD):
Laat ik vooropstellen dat ik ongelofelijk gelukkig ben met de opmerking die de staatssecretaris net heeft gemaakt, dat — ik vertaal het maar even vrij — criminele moordenaars die zulke gruwelijke, grove misdaden begaan zo lang mogelijk in de tijd moeten worden weggezet. Daarom ook zou de straf levenslang in Nederland wat de VVD betreft uitgangspunt moeten zijn. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij zal komen met een brief aan de Kamer over dit onderwerp. Ik wil van hem de toezegging dat hij daarin dan ook de gedachtegang zal meenemen dat die brief ons ook wapent tegen rechters die desondanks geen levenslang uitspreken omdat zij van oordeel zijn dat er dan geen zicht meer is op vrijlating. Dan zeg ik: verhoog de strafmaat voor doodslag, verhoog de strafmaat voor moord en verleg dan ook het moment waarop je gratie kunt indienen in het geval van levenslang.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Ik kan toezeggen dat voorstellen, als ik daarmee kom, in elk geval voldoende zijn om aan de bezwaren tegemoet te komen, om levenslang in de praktijk in ere te herstellen en mensenrechtenproof te maken, waardoor die straf goed kan worden opgelegd. Tenzij ik rechter zou worden, maar dan kan ik het ook alleen voor mijn eigen uitspraken doen en dan zou ik het trouwens niet eens mogen toezeggen. Ik kan niet toezeggen wat rechters gaan doen, maar ik ben het met de heer Van Oosten eens dat een aanpassing erop gericht moet zijn om levenslang, waarbij ik zo weinig mogelijk afdoe aan de hardheid ervan, levensvatbaar te houden, zodat die straf kan worden opgelegd. Wij zullen creatief zijn in het denkwerk. Ik zal de Kamer in het eerste kwartaal en hopelijk net na de jaarwisseling de vruchten laten lezen.
De voorzitter:
De staatssecretaris vervolgt zijn betoog.
(…)