Samenvatting
Op 30 augustus 2023 stuurde de regering van het Koninkrijk der Nederlanden voor de vierde maal een voortgangsverslag (Action Plan) naar het Comité van Ministers van de Raad van Europa (CvM) in de zaak Murray. In het Action Plan bericht de regering over de genomen stappen ter verbetering van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf . Aanleiding voor deze rapportage, die elke twee jaar plaatsvindt, is het feit dat Nederland in de zaak Murray door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is veroordeeld. Er was naar het (unanieme) oordeel van het Europese Hof sprake geweest van een inhumane behandeling dan wel bestraffing (schending van art. 3 EVRM) .
Het NJCM en het Forum schreven naar aanleiding van dit Action Plan – net als de eerdere keren – een reactie. Deze reactie vindt u hier. Dit is in totaal de vijfde brief (Submission) die het NJCM en het Forum Levenslang in deze zaak aan het CvM sturen. Zie hier voor een overzicht van alle gewisselde stukken in deze zaak (de uitspraak, de beslissingen van het CvM, de Action Plans en de vijf reacties van het Forum Levenslang en het NJCM).
In deze laatste submission uiten de beide NGO’s naast kritiek ook waardering voor de gemaakte stappen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de zaak Murray en de stukken die sindsdien zijn gewisseld tussen de regering van het Koninkrijk en het CvM enerzijds en het Forum Levenslang en het NJCM en het CvM anderzijds.
De zaak Murray
In zijn uitspraak in de zaak Murray, van 26 april 2016, veroordeelde het EHRM het Koninkrijk (the Netherlands) wegens schending van artikel 3 EVRM, in het bijzondere omdat aan de levenslanggestrafte Murray geen enkele zorg was aangeboden om hem een kans te geven ooit zijn vrijheid te herkrijgen. Murray was 33 jaar gedetineerd en verbleef al die tijd in gewone gevangenissen op Curaçao en Aruba, terwijl hij aan een ernstige geestelijke stoornis leed. Hij werd bij zijn veroordeling omschreven als een narcistische jongeman met een beperkte intelligentie en een ernstig psychopathisch verstoorde karakterstructuur, en een beperkt vermogen zich te uiten.
De controle door het Comité van Ministers
Sinds deze uitspraak moet de regering van het Koninkrijk elke twee jaar verslag uitbrengen aan het Comité van Ministers (CvM) over de gemaakte stappen tot verbetering van de bejegening van levenslanggestraften die extra zorg nodig hebben voor het hebben van perspectief (het Action Plan). Op 30 augustus 2023 diende de regering voor de vierde maal zo’n Action Plan in.
De strekking van de Action Plans
Omdat de regering de uitspraak in de zaak Murray beschouwt als een uitspraak die uitsluitend betrekking heeft op de situatie in de Caribische delen van het Koninkrijk, gaat zij niet in op de Nederlandse situatie. Het Action Plan richt zich vooral op de bestaande wetgeving van de Cariben omtrent de strafrechtelijke aanpak van daders die lijden aan een stoornis en in dat verband op de mogelijkheid van het opleggen van de tbs-maatregel. Ook legt de regering de nadruk op het feit dat de vier Koninkrijkslanden in 2017 hebben afgesproken een interlandelijke taskforce te ontwikkelen voor de organisatie en verstrekking van de benodigde faciliteiten voor forensische zorg in de Caribische landen van het Koninkrijk (het zogenaamde Justitieel Vierlanden Overleg of JVO). Over de uitkomsten van dit overleg kan de regering op dit moment nog geen mededelingen doen, maar zij wijst erop dat dit onderwerp onverkort de aandacht van de vier Koninkrijkslanden heeft.
De kritiek van NJCM en Forum Levenslang
Dat de Action Plans zich enkel richten op de Cariben is naar het oordeel van het Forum Levenslang en het NJCM een te beperkte uitleg van de Murray-uitspraak en daarom hebben beide organisaties opnieuw bij het Comité van Ministers aan de bel getrokken en de situatie in het Europese deel van Nederland onder de aandacht van het CvM gebracht.
Zie hier voor de reactie van het FL en NJCM (23 september 2019) waarin wordt toegelicht waarom de uitspraak ook op het Europese deel van het Koninkrijk betrekking heeft.
Voorts zijn NJCM en Forum Levenslang van mening dat de oprichting van een kliniek op Aruba en Curaçao, althans een voorziening, voor de behandeling van gedetineerden met een stoornis te lang op zich laat wachten. Zo heeft het Justitieel Vierlanden Overleg (JVO) in al die jaren niet geleid tot de oprichting van een adequate behandelmogelijkheid aldaar. De situatie op Aruba en Curaçao is nu zo dat daar weliswaar een tbs-maatregel kan worden opgelegd, maar dat er nog steeds geen voorziening voor de behandeling van tbs-gestelden is. Dit resulteerde onlangs in de vrijlating uit de gevangenis van Curaçao van een niet behandelde en nog steeds gevaarlijke gedetineerde aan wie in 2018 door het Gerecht in Curaçao een tbs-maatregel was opgelegd. Deze gedetineerde, de Curaçaoënaar Jamel L, wordt nu in Nederland verdacht van doodslag, gepleegd in juli 2023 in Den Haag.
Voor wat betreft de situatie voor levenslanggestraften in Nederland vragen FL en NJCM aandacht voor de onduidelijke aanpak van de re-integratie van die levenslanggestraften die ofwel steun, of wel behandeling nodig hebben. Momenteel wordt bijvoorbeeld pas ná de beoordeling door het ACL onderzocht of een tbs-behandeling nodig is. En als geen behandeling nodig wordt geacht, worden levenslanggestraften desalniettemin in een tbs-kliniek geplaatst, en wel op basis van vrijwilligheid, terwijl hieraan geen regelgeving ten grondslag ligt. Dit gebeurt, terwijl tegelijkertijd de overplaatsing naar een tbs-kliniek uit het beleid is geschreven. Zo komt artikel 6:2:8 Sv, het artikel dat die overplaatsing regelt, niet meer in de beleidsstukken voor.
Positieve punten
In het Action Plan van de regering staan ook positieve punten. Zo heeft de regering excuses aangeboden voor de wijze van tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraffen van R.R. Canword en A.H. Lake op Curaçao en Sint Maarten. Over de wijze van tenuitvoerlegging had het EHRM kritische vragen aan het Koninkrijk gesteld (zie daarover hier het bericht op onze website).
De regering schrijft dat in beide zaken inmiddels een herbeoordeling heeft plaatsgevonden zoals voorgeschreven in het Wetboek van Strafrecht van Curaçao resp. Sint Maarten (art. 1:30 Sr). In de zaak van Lake leidde dat tot zijn vrijlating, in die van Canword (nog) niet. In beide zaken biedt de regering haar verontschuldigingen aan, ten eerste omdat zij de veroordeelden niet vanaf de oplegging van de straf heeft geïnformeerd over wat zij moesten doen om in vrijheid te kunnen worden gesteld, en ten tweede omdat de regering ook niet had gezorgd voor een duidelijke review procedure.
In het Action Plan wordt voorts gewezen op de recente totstandkoming van een regeling voor de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Deze regelgeving is – in vergelijking met Nederland – in meerdere opzichten ‘verlicht’ te noemen. Zo bepalen deze regels dat er een maximum aan de vergelding zit van 15 jaar en is bepaald dat de detentie een progressief verloop heeft in die zin, dat in beginsel het regiem waaraan betrokkene wordt onderworpen hem steeds iets meer vrijheden toekent. Zie hier het bericht over deze regeling op onze website.
W.F. van Hattum, 16 oktober 2023