De Vaste Commissie van Veiligheid en Justitie heeft een groot aantal kritische vragen gesteld naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris van 2 juni jl. (de brief waarin de Staatssecretaris zijn beleidsvoornemens voor de wijziging van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf uiteenzet). De vragen van de Kamerleden zijn mede opgesteld aan de hand van de door het Forum aangeleverde informatie (Standpunt en Volgprocedure), het advies van de RSJ en het artikel van Wiene van Hattum in het NJB.
Op deze webpagina vindt u het desbetreffende document (Inbreng van een schriftelijk overleg inzake de wijzigingen in de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf Tweede Kamer, niet-dossierstuk no. 2016D30216).
Onder meer de volgende vragen zijn gesteld:
- Waarom wordt het voorstel per brief gedaan en niet per wetsvoorstel? (PvdA, Klein)
- Bestaat er empirisch onderzoek dat de stelling staaft dat de rechter met een veroordeling tot levenslang steeds beoogt een straf op te leggen die letterlijk tot de dood duurt, zonder rechterlijke herbeoordeling? (PvdA)
- Hoe beoordeelt de staatssecretaris de positie van de 27 levenslanggestraften die vóór de verhoging van de straf van 20 naar 30 jaar werden veroordeeld? (PvdA)
- En hoe de positie van de tien levenslanggestraften die werden veroordeeld onder het oude gratiebeleid, toen het gewoon was om na tien jaar een herbeoordeling te laten plaatsvinden? (PvdA)
- Hoe verhoudt het beleidsvoornemen — i.h.b. een toetsmoment na pas 25 jaar — zich tot de rechtspraak van het EHRM? (PvdA, SP, Klein, D66)
- Hoe verhoudt het plan zich tot de uitspraak van de Hoge Raad van 5 juli jl.? (VVD, D66)
- Wat verandert aan het regiem voor levenslanggestraften als na 25 jaar op re-integratie gerichte activiteiten worden toegestaan? (Klein)
- Hoe wordt voorkomen dat levenslanggestraften niet institutionaliseren? (Klein)
- Bestaat er inderdaad en enquête onder levenslanggestraften uit 2010, en wat staat daar in? (SP)
- Wat is de reactie van de Staatssecretaris op de kritiekpunten van het Forum, de RSJ en Van Hattum? (SP)
- Waarom wordt er een adviescollege in het leven geroepen en niet gewoon de rechter met de herbeoordeling belast? (PvdA, D66, Klein, SP)
- Hoe verhoudt het plan zich tot de vereiste judicial review in par. 100 Murray/Nederland en de opmerkingen daarover door rechter Pinto de Albuquerque? (D66)
- Waarom de tussentijdse toets niet door de Penitentiaire Kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden? (D66)
- Is dossiervorming door een volgsysteem niet noodzakelijk? (D66, Klein)
- Moet het initiatief voor gratiëring niet ook liggen bij de overheid (D66)
- Waarom geen regeling zoals op Sint Maarten, Aruba of Curaçao? (SP)
- Welke termijnen gelden er na die 25 jaar? (PvdA, Klein)
- Wat is de rol van de slachtoffers in de voorgestelde adviesprocedure en hoe wordt voorkomen dat de veroordeelde in die procedure nóg eens terecht staat? (Klein)
- Hoe voorkomt de stas dat gratiëring niet een politiek onderwerp wordt? (Klein)
- Hoe zit het met de samenstelling, invulling en werkwijze van het adviescollege? (Klein, SP)
- Is de stas bereid zijn voornemens op korte termijn te herzien? (D66)
- En is hij bereid zijn voorstel op korte termijn voor behandeling in te dienen bij beide Kamers? (D66)
Over de plannen voor verhoging van de maximale straf voor doodslag en de verhoging van het strafmaximum van de tijdelijke gevangenisstraf van 30 naar 40 jaar:
- Als de reden voor verhoging van het strafmaximum van doodslag wordt gezocht in de strengere criteria voor voorbedachte rade, is het dan niet beter die criteria weer in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever te brengen? (PvdA)
- Hoe verhoudt de verhoging van het strafmaximum van de tijdelijke gevangenisstraf naar 40 jaar zich tot een tussentijdse toets na 25 jaar? (SP, Klein)
- Bestaat er wel behoefte aan verhoging van de maximale tijdelijke gevangenisstraf? (D66)
W.F. van Hattum 21 juli 2016