Op 3 juni 2021 heeft de vaste Commissie van Justitie en Veiligheid met de demissionair Minister voor Rechtsbescherming gesproken over diens schriftelijke reacties op 1. de zeer kritische brief van de Nationale ombudsman over gratieverlening aan de levenslang gestrafte Y. (brief van 2 juni, Kamerstuk 29 452, nr. 243) en 2. het bericht in de media dat de Leden van het Adviescollege Levenslanggestraften (ACL) zouden dreigen op te stappen (brief van 2 juni, (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 111). Het verslag van het Commissiedebat is opgenomen in Kamerstukken 29 279, nr. 656.
Samenvatting verslag
De minister maakte duidelijk dat hij – als het gaat om levenslanggestraften – de huidige taakverdeling in de Gratiewet tussen de rechter en de minister onwenselijk acht, omdat de rechter daarin een bijna doorslaggevende stem heeft. Hij zei hierover:
“Ik loop ertegen aan – dat bleek wel heel duidelijk in de zaak-Y. – dat de Gratiewet aan de ene kant discretionaire ruimte geeft, maar dat daar in het samenspel tussen mij en de rechter uiteindelijk niet zo veel meer van over is. Als dat het geval is, dan is de vraag wie nou eigenlijk nog de beslissing neemt. Is dat de minister, of is dat de rechter? Is het misschien sowieso niet beter om dat bij een rechter neer te leggen? Dat is ook degene die aanvankelijk de straf heeft opgelegd.”
De minister opperde twee oplossingen: wijziging van de Gratiewet of een regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) voor levenslanggestraften, waarbij hij zei te neigen naar die tweede oplossing.
Over deze tweede optie (een VI-regeling) zei de minister dat hij momenteel de regelingen in andere landen bekijkt. Hij schetste daarbij het volgende vergezicht: “Dan heeft iemand dus wel levenslang, maar hoeft hij niet levenslang in de gevangenis te zitten, maar kan hij zijn straf naar verloop van tijd onder toezicht buiten de muren uitzitten.”
De minister zegde toe aan het einde van dit kalenderjaar met de contouren voor een wetsvoorstel te komen.
Een tussenoplossing, aangedragen door mevrouw Kathmann (PvdA), om de gratiebeslissing alvast bij het Adviescollege Levenslanggestraften te leggen, wees de minister als strijdig met de wet van de hand. Hij gaf daarbij bovendien aan niet de kans te willen lopen door de Kamer ter verantwoording te worden geroepen als het mis zou gaan, waarop Kathmann opmerkte dat ‘op heel veel terreinen foutloosheid gewoon niet bestaat’ en daarvoor misschien eerlijk uitgekomen zou moeten worden.
Commentaar
Allereerst mag worden toegejuicht dat de minister momenteel nadenkt over een regeling die het vereiste ‘prospect of release’ bij de rechter legt. Daar hoort die beslissing ook te liggen, nu het de rechter is geweest die de straf-zonder-einde heeft opgelegd. Dit argument gebruikt de minister nu ook. (Het argument geldt minder voor tijdelijke gevangenisstraffen, omdat de rechter ingeval van levenslang een andere functie heeft en een andere norm moet hanteren dan in geval van een gratieverzoek ter zake van een tijdelijke gevangenisstraf).
Het argument dat in levenslang-zaken de rechter een te zwaarwegende stem heeft, klopt echter niet. Niet alleen in geval van een levenslange gevangenisstraf is de stem van de adviserende rechter zowat bindend; dat geldt in alle gratieprocedures (zie mijn Hoofdstuk Gratie, par. 64.9.6.2.1 in Handboek Strafzaken, via Navigator). Met name bij lange gevangenisstraffen wil de minister het advies van de rechter wel eens naast zich neerleggen. In die zaken is hij echter net zoveel gebonden aan het advies van de rechter als in geval van levenslang. Wil hij in die verhouding verandering brengen dan zal hij de Gratiewet moeten wijzigen.
Naast een eventuele VI-regeling als herbeoordelingsprocedure blijft gratie overigens een rechtsmiddel dat ook in geval van een levenslange gevangenisstraf moet kunnen worden aangewend. Zie het wetsvoorstel van het Forum Levenslang onder nr. 8 (blz. 14).
Aandacht verdient nog dat, wat de beoogde VI-regeling betreft, het erop lijkt dat de minister niet een VI-regeling op het oog heeft die aansluit bij de huidige VI-regeling voor tijdelijke straffen. Zo spreekt hij over het ‘buiten de muren uitzitten’ van de levenslange straf. Dat lijkt op een life licence, zoals het Verenigd Koninkrijk kent. Dat is toezicht voor de rest van het leven en dus heel iets anders dan het Forum Levenslang wil, zie het wetsvoorstel van het Forum.
Hoe het plan van de demissionair minister eruit gaat zien zal voor het einde van dit jaar wellicht duidelijker zijn.
Wat betreft het voorstel van mevrouw Kathmann (PvdA) om het ACL gratiebevoegdheid te geven: dat is inderdaad niet uitvoerbaar. De gratiebeslissing ligt volgens de Gratiewet uitsluitend bij de Kroon. Dat neemt echter niet weg dat het idee van mevrouw Kathmann wel degelijk hout snijdt: de adviezen van het ACL omtrent re-integratie zouden bindend kunnen worden gemaakt. Daartegen verzet de wet zich niet.
W.F. van Hattum, 11 juli 2021