Op 2 maart ontvingen de Kamerleden Groothuizen (D66) en Van der Graaf (CU) antwoord op de vragen over de levenslange gevangenisstraf die zij op 13 januari 2020 aan de beide ministers van Justitie en Veiligheid hadden gesteld.
Het Forum Levenslang schreef een reactie op die antwoorden en heeft deze naar de Kamerleden gestuurd. Het Forum heeft hen daarbij verzocht vervolgvragen te stellen en de mogelijkheid te onderzoeken om een initiatiefwetsvoorstel in te dienen dat ziet op een gerechtelijke procedure tot verkorting van een levenslange gevangenisstraf in de gevallen waarin dat mogelijk is.
Zie hier de reactie van het Forum op de antwoorden van de minister.
Samenvatting van de reactie:
Het Forum is blij te vernemen dat de minister rekening zal houden met het oordeel van de Nationale ombudsman (NO) ten aanzien van de eisen waaraan een advies van het OM inzake een gratieverzoek van een levenslanggestrafte inhoudelijk dient te voldoen en dat het OM met dat oordeel ‘meer rekening’ zal houden.
Het Forum kan zich niet verenigen met de opvatting van de minister dat het ‘ondoenlijk’ is een termijn te bepalen voor de behandeling van een gratieverzoek van een levenslanggestrafte. Juist voor deze veroordeelde is een termijn een vereiste.
Het Forum is bezorgd dat de minister zich niets aantrekt van de kritiek van de NO dat de minister geen daadwerkelijke invulling lijkt te willen geven aan de eisen die het EHRM stelt, en wijst op een aantal recente rechterlijke beslissingen waarin de rechter wederom kritiek op dat beleid heeft geuit.
Het Forum kan zich niet verenigen met de opvatting van de regering dat de Murray-uitspraak van het EHRM niet van toepassing is op Nederland. Het Forum, het NJCM en het NHC hebben dit standpunt toegelicht in reactie op het regeringsstandpunt. Deze brief is onlangs aan de website van HUDOC-EXEC toegevoegd (zie over deze procedure het nieuwsbericht van 13 november 2019).
Het Forum wijst erop dat de minister geen antwoord geeft op de vraag waarom hij wel gewicht toekent aan het vonnis van de strafrechter, maar het advies van diezelfde rechter (om de straf niet verder ten uitvoer te leggen) naast zich neerlegt.
Ook geeft de minister geen bevredigend antwoord op de vraag waarom hij denkt beter toegerust te zijn dan de rechter om een beslissing te nemen over eventuele verkorting van een levenslange gevangenisstraf.