Op 4 maart 2017 is de werving gestart voor leden van Adviescollege Levenslanggestraften. Dit college is in het leven geroepen door het Besluit van 25 november 2016 (in werking getreden 1 maart 2017). Dit is de link naar de advertentietekst.
Het Forum zet kritische kanttekening bij de instelling van dit college, dat onderdeel gaat vormen van het nieuwe beleid voor levenslanggestraften. Dit nieuwe beleid ziet er als volgt uit:
Fase 1:
Na 25 jaar detentie (vanaf inverzekeringstelling) start een procedure bij het Adviescollege. Het college mag alleen adviseren over de vraag of de veroordeelde in aanmerking komt voor op re-integratiegerichte activiteiten (bv. het volgen van een cursus gericht op re-integratie in de inrichting). Het Adviescollege bepaalt daarna een volgend beoordelingsmoment, en zo verder. Deze procedure heeft een open einde want zij kent geen termijnen. Ook zijn de criteria subjectief, want die zijn mede afhankelijk van de impact van het starten van de intramurale activiteiten op slachtoffers en nabestaanden.
Fase 2:
25 jaar na oplegging van de straf start de minister een gratieprocedure waarin de vraag naar de mogelijkheid van vrijlating aan de orde komt. Ook deze procedure heeft een open eind, want zij kent geen termijnen. De beoordeling is weer afhankelijk van subjectieve factoren.
In beide fases is het de minister die de beslissing neemt.
Kritiek Forum en Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming
Naar het oordeel van het Forum en de RSJ voldoet dit systeem niet aan de eisen geformuleerd door het Europees Hof tot Bescherming van de Rechten van de Mens in Vinter/VK en Murray/Nederland zoals opgenomen in het arrest van de Hoge Raad van 5 juli 2016.
Volgens deze rechtspraak moet namelijk de vraag of de veroordeelde in vrijheid kan worden gesteld niet later dan na maximaal 25 jaar na oplegging van de straf plaatsvinden. Dat is iets anders dan een gratieprocedure ‘starten’.
Bovendien ontbreekt in het voorgestelde systeem de mogelijkheid voor de veroordeelde zich tijdig te voor te bereiden op de toets. In de eerste 25 jaar detentie gebeurt er immers niets op het vlak van re-integratie (geen behandeling indien noodzakelijk, geen cursussen gericht op werk, geen plan ter sanering schulden, geen verloven etc.). Dit is in strijd met Murray/Nederland, EHRM 26 april 2016.
In zijn advies van 28 juni 2016 heeft de RSJ op deze gebreken gewezen. Zie hier voor het advies en hier voor de praktische invulling ervan door de Beroepscommissie RSJ.
Willekeur
Een tweede punt van kritiek is dat de termijn van daadwerkelijke voorbereiding op de toets in de gratieprocedure (door middel van het oefenen met vrijheden zoals begeleid en onbegeleid verlof) in veel gevallen te kort zal zijn. De tijd van de voorlopige hechtenis tot aan oplegging van de straf is namelijk in veel gevallen korter dan één jaar. In enkele gevallen is die termijn zelfs maar vier of vijf maanden.
In andere gevallen is de termijn echter zeer lang, zelfs vier of vijf jaar. In die gevallen moet de veroordeelde dus 29 of 30 jaar wachten op de aanvang van de door de minister ambtshalve op te starten gratieprocedure. Het systeem pakt kortom willekeurig uit.
Het Forum stelt een toets voor door de rechter, na uiterlijk 20 jaar detentie. Niet eerder dan na 18 jaar detentie mag een verzoek tot vrijlating worden ingediend. Het Forum heeft een en ander uitgewerkt in een volledig wetsvoorstel. Zie hier het wetsvoorstel van het Forum.
Samenvatting
De instelling van het Adviescollege en de ambtshalve gratieprocedure nemen de doorlopende schending van artikel 3 EVRM niet weg zodat de vernederende en inhumane bestraffing voortduurt.
W.F. van Hattum, 4 maart 2017